Woorden
Ik wantrouw het woord, een mensch, dat praat,
Het weet van alles het hoe en waarom;
Daar is op aarde geen heiligdom,
Waar niet het woord naar binnen gaat.
En dit heet ‘huis’ en dat heet ‘hond’
En dit heet ‘God’ en dat ‘gebed’,
En noemt men iets, dan weet men het,
En nergens is meer heilige grond.
Der menschen woord raakt alles aan.
– En dan verstomt der dingen lied, –
Hun tuin grenst vlak aan Gods gebied….
Ik waarschuw: blijf van verre staan,
En nader niet met een naam, met een woord,
De juiste term, de gave zin,
Het doode lichaam ligt er in
Der dingen, die men heeft vermoord.
Door Jacqueline van der Waals (1868-1922) uit: Iris (1918)
Over taal als middel om de werkelijkheid te benoemen, en daarmee het wonder stuk te maken.
en
Reactie plaatsen
Reacties